Makkumer Belboei Lambertuskerk Arum in november 2021 Tsjerke fan de Moanne

Lambertuskerk Arum in november 2021 Tsjerke fan de Moanne

Persbericht

Toen in 2020 de kerken dicht moesten vanwege corona is Omrop Fryslân begonnen kerkdiensten uit te zenden op de zondagmorgen. De eerste tijd kwamen de uitzendingen steeds uit Franeker. In 2021 is er een nieuwe koers uitgezet. Iedere maand wordt er een ‘Tsjerke fan de Moanne’ uitgekozen, waarvandaan de diensten worden uitgezonden. In november is de Lambertuskerk in Arum aan de beurt.

 

Lambertuskerk Arum

 

De Protestantse Gemeente Arum-Kimswert gebruikt voor haar erediensten twee kerkgebouwen: de Laurentiuskerk in Kimswert en de Lambertuskerk in Arum. In 2020 is het Leichel-orgel in de Lambertuskerk ingrijpend gerestaureerd door orgelmakerij Bakker & Timmenga. Mee daardoor kwam dit kerkgebouw in beeld bij de Wurkgroep Tsjerketsjinsten Fryslân. Deze Wurkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het Breed Moderamen van de PKN Classis Fryslân, de Raad van Kerken Fryslân en de Stifting Krúspunt onderhoudt het contact tussen de Tsjerke fan de Moanne en Omrop Fryslân. 

Bij de kerkdiensten van Tsjerke fan de Moanne wordt zoveel mogelijk naar (oecumenische) samenwerking gezocht. In Arum leidde dat tot het volgende programma. 

Op 7 november is er een gezamenlijke dienst met de Doopsgezinde Gemeente ‘De Lytse Streek’, van Baard-Itens-Franeker-Witmarsum-Pingjum. Zij brengen ook de muziekvereniging Nij Libben uit Witmarsum mee. Hun dirigent is dhr. Lieuwe Ypma. Voorgangers zijn ds. Flora Visser en ds. Tytsje Hibma. Organist is dhr. Ernst Walstra.

    ​ Op 14 november is ds. Wim Andel de voorganger. En daarbij worden gasten verwacht uit de gemeente Het Pad (Hieslum, Exmorra, Tjerkwerd, Parrega, Allingawier, Dedgum). Dhr. Otto Roelofsen en mevr. Gonny Roelofsen zorgen deze zondag voor een muzikale bijdrage op orgel en dwarsfluit.

Op zondag 21 november, de laatste zondag van het kerkelijk jaar, is de gedachteniszondag. In deze viering worden de mensen herdacht die het afgelopen jaar zijn overleden. Voorganger is ds. Tytsje Hibma. Muzikale medewerking is er van Vrouwenkoor Solid uit Harlingen o.l.v. dhr. Gert-Jan Hoekstra. Organist is dhr. Sjouke Bruining.

    ​ Op zondag 28 november is er een zgn. HAAK-dienst van de samenwerkende kerken Hitsum-Achlum-Arum-Kimswert. Dit is de 1e zondag van Advent. Aan deze dienst, waarin ds. Tytsje Hibma voorgaat, wordt meegewerkt door het jeugdkorps van Wubbenus Jacobs uit Arum o.l.v. mevr. Yvonne Galama. Organist is mevr. Tineke Greidanus-Bruinsma.

    ​ 

Iedere zondag worden er twee kollekten gehouden. De diaconale kollekte is bestemd voor het Thomashuis in Arum. De acht bewoners met een verstandelijke beperking hebben een grote wens: een BELEEF TV, en voeren daarvoor een financiële actie. De tweede kollekte is voor de instandhouding van de kerkdiensten voor Omrop  Fryslân. De uitzendingen van de Omrop en de wurkgroep Tsjerketsjinsten Fryslân trekken veel kijkers maar zijn geheel afhankelijk van de giften die binnenkomen. De rekeningnummers van de beide kollektes zijn te vinden op de orde van dienst op Omrop Fryslân of op de website van de Raad van Kerken Fryslân.  

    ​ 

 

Lambertuskerk Arum Zo rond het jaar 636 is Lambertus geboren als zoon van zeer godsdienstige ouders.

Hij was van adelijke afkomst en stond bekend als een vriendelijke, innemende persoon.

Lambertus werd toevertrouwd aan zijn neef Theodardus, bisschop van Maastricht en werd diens opvolger nadat deze werd vermoord.

 

Lambertus zag het als zijn grootste taak mensen te bekeren tot het christelijk geloof en werd de "Apostel van de Kempen en Taxandrië" genoemd. Hoewel hij hierin erg succesvol was, werd hij minder geliefd, omdat hij de afgodsbeelden en heiligdommen van de plaatselijke bevolking liet vernietigen. Door zijn bekeringsactiviteiten zijn er veel kerken naar hem genoemd.

Om zijn kritiek op hooggeplaatste personen, die er openlijk een concubine op nahielden en bemoeienis met de politiek, moest hij meer dan eens voor zijn leven vrezen. Toen zijn volgelingen een grote groep mannen zagen aankomen, wilde Lambertus zich met zijn zwaard verdedigen. Maar hij bedacht zich en sprak de gedenkwaardige woorden: "Als ik vlucht, kan ik aan het zwaard ontkomen; als ik standhoud moet ik ofwel vallen ofwel overwinnen, doch nooit zal mij de eindoverwinning ontgaan." Hij werd bij het graf van zijn voorganger Theodardus op 17 september in het jaar 706 in Luik met een lans om het leven gebracht en eerst begraven op de begraafplaats Sint Pieter in Maastricht. Zijn opvolger Hubertus liet zijn overblijvselen overbrengen naar Luik, toen hij zijn bisschopszetel daarheen verplaatste.

 

Rond het jaar 1000 brak een spannende tijd aan voor het dorp Arum. De duitse keizer, Koenraad II, schonk toen het noordelijkste deel van Wûnseradiel, De Lytse Bouhoeke, aan de Paulus Abdij bij Leusden. Het was niet het enige bezit van dat klooster, want het had bezittingen rond de stad Tiel op Walchren, rond Sexbierum en in Twente. In al die gebieden bezat de abdij uitgestrekte landerijen. Na deze gift kreeg de abdij nog meer aanzien, macht en inkomsten. Ze kregen ook het privelege om in de parochies de priesters te benoemen. Verder kregen ze de aartsdiaconale rechten van de parochies.

 

De Lytse Bouhoeke was net ingepolderd en de grond bleek uiterst waardevol en vruchtbaar. Doordat de kalkrijke zavelgrond veel opbrengsten had, was het een welvarend gebied. Arum, toen nog Aldarum geheten, werd door zijn centrale ligging het dekenaat en kreeg daardoor de extra allure. De kerken van de dorpen Kimswerd, Achlum, Lollum, Witmarsum en Pingjum lagen als het ware als een beschermend schild rond de moederkerk. Al die kerken liggen ongeveer 3 kilometer van Arum. Het dekenaat stond weer onder gezag van de Martinikerk van Franeker.

 

In 1748 werd Henricus Perizonius predikant in Arum. Hij studeerde theologie aan de academie in Franeker. Na zijn studie in 1744 is Henricus Perzonius op 27 september 1744 als kandidaat bevestigd te Parrega. Hij bleef daar tot 10 oktober 1748, waarna hij als predikant in Arum werd bevestigd. Uit de Quotisatiekohieren van 1749 blijkt dat Henricus Perizonius een zeer welgesteld predikant was. De aanslag die hij moest betalen bedroeg dan ook 50 caroligulden en 15 stuivers. Het geschatte vermogen was 5000 caroli. Met ingang van 1 september  1791 ging Henricus Perizonius met emeritaat en overleed op 4 oktober 1791, ruim 73 jaar oud. Na zijn overlijden heeft hij een derde deel van zijn boerderij nagelaten aan de Nederlandse Hervormde Kerk in Arum onder voorwaarde dat zijn grafsteen elk jaar moet worden geïinspecteerd en onderhouden. Ook moet elk jaar het testament worden voorgelezen. Er mag dan wel een versnapering worden genuttigd. En voor elke diaken die de kerkenraad verlaat mag er een zilveren lepel worden gegeven met inscriptie: "H. Perizonius, V.D.M. in Arum, dedit obütdingsdag den vierden dag der maand October, des jaars Eén duizend sevenhondert Eenennegentig." Zo leeft de naam van Henricus Perizonius voort.

 

Op 12 februari 1836 werd de kerktoren door blikseminslag getroffen en viel na enige tijd op het kerkdak, waarna de hele kerk in brand raakte. Na de brand ging het kerkbestuur voortvarend te werk met de herbouw van de kerk. Reeds op 11 juli 1836 stond een advertentie in de Leeuwarder Courant voor de aanbesteding van de wederopbouw. In 1836-’37 werd een vrij eenvoudige en ruime éénbeukige kerk met een voor 2/3 ingebouwde hoge toren gebouwd. De toren is opgetrokken van de toen gebruikelijke bruinrode steen, maar de kerk is in gele steen uitgevoerd, een kleurdifferentiatie die bij de grijsblauwe leibedekking heel bewust gekozen is. Dankzij het materiaalgebruik kunnen we er vrijwel zeker van zijn dat de uitgevoerde eenvoudiger versie van de kerk van Arum naar de ideeën van Thomas Romein is uitgevoerd (bekend van o.a. de Westerkerk in Leeuwarden). 

In de periode 2002 - 2008 is de Lambertuskerk geheel gerestaureerd. De restauratiecommissie bestond uit: Teade Huitema, Rintje van der Veen, Nanne Sinnema, Jan Walstra en Berend Rienks. Later is Aaltje Rienks aan de commissie toegevoegd als notulist en contactpersoon. Op 9 maart 2008 is de kerk weer opnieuw in gebruik genomen. 

 

Het orgel van Friedrich Leichel (1885) 

Bij de brand in 1836 ging een tweeklaviers orgel, dat dateerde uit de 60-er jaren van de 17e eeuw en waarvan in elk geval het hoofwerk gemaakt was door Tobias en Coenraad Baden, verloren. Een deel van het pijpwerk daarvan werd echter gered. Toen een jaar later de kerk herbouwd was, plaatste orgelbouwer Dirk Ypma daarin, met gebruikmaking van het geredde pijpwerk, een nieuw orgel. Het was gereed in 1840. Over de kwaliteit ervan rezen spoedig klachten en in 1885 viel het doek voor dit orgel en werd vervangen door een nieuw, gebouwd door orgelmaker Friedrich Leichel uit Lochum. Het oude orgel werd door Leichel ingenomen en herplaatst in de gereformeerde kerk van Leens, waar het nu nog aanwezig is.

Over de kas van het Leichel orgel van Arum worden in verschillende publicaties tegenstrijdige dingen geschreven. Deze publicaties zijn zorgvuldig bestudeerd door de heer Jan Jongepier en hij kwam tot de conclusie, dat Leichel in Arum de kas van het Ypma orgel handhaafde, maar er nieuw snijwerk en ornamentiek aan toevoegde. Voor het orgel van Leens werd nl. een nieuwe kas gemaakt.

Het nieuwe Arumer orgel werd op 29 november 1885 ingewijd. In 1940 werd het orgel gerestaureerd door de fa. H. Spanjaard uit Amsterdam. In hun werkzaamheden begeleid door het Noord-Nederlandsch Instituut voor Orgelbouwkunde in Leeuwarden. Het bestek met voorwaarden, alsmede de begroting zijn bewaard gebleven.

 

In het eerste halfjaar van 2009 is er een rapport van het orgel gemaakt door de heer Theo Jellema, orgeladviseur uit Leeuwarden. Al jaren was bekend dat het orgel restauratie behoefde, doch tot de restauratie van het kerkgebouw was het met enige aanpassing nog goed bepeelbaar.

Toen in maart 2008 het gebouw weer feestelijk in gebruik werd genomen, gaf het orgel te kennen niet in deze vreugde mee te kunnen en begaf het.

Er werd daarna tijdelijk gebruik gemaakt van een kapelorgel, dat afkomstig is uit Zwitserland.

Tussen oktober 2019 en december 2020 is het orgel gerestaureerd. Alle pijpwerk is uit het orgel genomen (zie de bijgaande foto). Het orgelinterieur is schoongemaakt en alle door houtworm aangetaste delen behandeld. De lekkende balgen werden uitgenomen en bij de orgelmakerij gerestaureerd en de balgkassen werden aangepast. Het front van het orgel is ook schoongemaakt omdat het erg vervuild was. 

Eind 2020 is het orgel teruggeplaatst en met de kerst weer in gebruik genomen. De officiële in gebruikname is ivm corona uitgesteld tot januari 2022.