Makkumer Belboei, Scrickel-snertpreek 2020

Scrickel-snertpreek 2020

Op zaterdag 29 februari jongstleden vond de 19-de editie van de jaarlijkse Snertpreek plaats in de Vermaning aan de Bleekstraat. Het was destijds het idee van wijlen kapper Jentje Hoeksema.

Deze keer, in verband met schrikkeldag, een bijzondere Snertpreek. Een dienst die in het teken stond van ‘Springen’. Immers schrikkelen betekent springen of grote stappen nemen. En in een schrikkeljaar neemt het jaar een extra stap door een extra dag mee te nemen.

Tegen vijf uur waren er zo’n 70 bezoekers in de Vermaning aanwezig. Zij werden welkom geheten met muziek door het jeugdkorps ‘De Notenkrakers’ o.l.v. Nynke Jaarsma. Toen werd het tijd voor Lieuwe Durksz om de dienst te beginnen over ‘Springen’.

Want hoe verbindt je dit bijzondere jaar met een bijbelstuk? Daarvoor moet je met jouw gedachten sprongen kunnen nemen. In het bijzondere bijbelboek ‘Hooglied’ spreekt een verliefd meisje over haar geliefde die als een gazelle over de bergen springt en naar haar toe komt en haar roept om op te staan. Dit bijbelboek is door theoloog en dichter Sytze de Vries prachtig verwoord in zijn gedicht ‘De liefde is een vuur dat brandt’. Een gedicht dat werd voorgedragen door Judith van Lavieren, Hidzer Sietzema en Lieuwe Durksz. (v.l.n.r.)Lieuwe Durksz, Judith van Lavieren en Hidzer Sietzema (foto Joyce Durksz)

 

Voor een aanloop naar de overdenking had Durkje Hoeksema een verhaaltje over een kikker dat niet durfde te springen, maar na een steek in zijn bil, sprong hij een wereldrecord. En Joyce Durksz las het sprookje voor over Klein Duimpje dat zowel zijn ouders en ook de grote mens-etende reus te slim af was met steentjes en de zevenmijlslaarzen.

Toch was het niet de springende verliefde jongeling waar de preek mee begon. Het waren getallen. Getallen die altijd al een bijzondere plek in het leven van de mens hebben ingenomen. En niet zomaar getallen, nee, getallen die ook symboliek weergeven. Vader Abraham, bekend van het liedje, dat door de Notenkrakers werd gezongen, had zeven zonen.
Zeven is een bijzonder getal: een heilig getal. Zeven heeft te maken met heelheid. Maar Vader Abraham had niet zeven, maar acht zonen.
Ook het liedje over Vader Jacob werd door De Notenkrakers gezongen, maar dan wel met behulp van menig bezoeker. Deze aartsvader had maar liefst 12 zonen. Een aantal dat getuigt van grote rijkdom. En van die 12 zonen ging Durksz verder naar de 12 maanden van een jaar, 2x12 uren in een dag. Getallen om weer te geven dat die ook te maken hebben met een schrikkeljaar. Toen werd de sprong, via het stadswapen van Hindeloopen, gemaakt naar het boek Hooglied. Een boekje dat eigenlijk één groot liefdesgedicht is. En doet liefde niet het hart op de meest onverwachte momenten opspringen als geliefden elkaar zien?
Geen wonder dat bij deze Scrickelpreek het Hooglied als uitgangspunt werd gebruikt.

Zo rond zes uur werd het tijd om van de snert te genieten. Nou ja, niet iedereen was gediend van een kommetje heerlijke snert, bereid door Cor Smit. Vooral jongeren van De Notenkrakers lieten het afweten. Snert past niet meer zo in het menu van de moderne jeugd. De Notenkrakers zorgden na de dienst nog voor een muzikaal toetje.