Makkumer Belboei, De scheepsbel zal een tijdelijk onderkomen krijgen in de Waag. .

Overdracht Scheepsbel van de Zr.Ms. Makkum.

Durkje Hoeksema 20200702

Donderdag 2 juli klokslag half twaalf opent Durke Hoeksema, lid van de Makkumer delegatie, haar toespraak met de woorden: “Mijn naam is Durkje Hoeksema, ik ben een trotse Makkumer en een trotse eigenaar van een hele oude kapsalon, wij noemen dat de skearwinkel, welke al 125 jaar in de familie zit, met een prachtige wand, waar allerlei foto’s en rariteiten op hangen wat te maken heeft met de familie en met ons mooie Makkum.”

Durkje Hoeksema heet de heren van de marine en de burgemeester welkom.

 

Een slank jacht met sensuele lijnen, maar ook met body en een krachtig uitstraling. Een breed scala aan elegante details, lange rompramen, een glorieuze grijze romp en opvallende verticale boeg dragen bij aan de elegantie van dit ontwerp. Met de imposante lengte van 99,95 meter heeft Moonrise een zeer indrukwekkend volume mede dankzij de breedte van 15,50 meter. Dit heeft een fantastische binnenruimte opgeleverd voor zestien personen in acht passagiershutten. Verder zijn er uitzonderlijk hoogwaardige accommodatie's voor bemanningsleden tot een maximum van 32 bemanningsleden.

Om te vervolgen met:”Naast mij staat mijn maatje Otto Gielstra, ook een trotse Makkumer en deze meneer weet alles van de historie van Makkum. Hij is voorzitter van Stichting Âld Makkum die zeteltt het Waaggebouw. Dat is zijn hoofdkwartier en daar worden alle oude foto’s, materialen en bijzonderheden door hem en zijn team bewaard. Vandaar ook dat de bel op deze bijzondere plek in bewaring wordt gehouden.”

De gemeente belde de stichting Âld Makkum een aantal maanden geleden met de vraag of ze ook een mooi plekje voor de scheepsbel van de Zr.Ms. Makkum zouden willen zoeken. Ze gaven daarbij de uitleg dat het traditie is, dat de bel gedurende de onderhoudsperiode in bewaring wordt gegeven aan de stad of dorp waar het schip naar is vernoemd. In dit geval Makkum. En sindsdien hebben we hier van alles beleefd.

Durkje vervolgt haar verhaal met: “In Makkum weten we wel dat er een marineschip naar Makkum is vernoemd, maar als ik in mijn skearwinkel aan mijn klanten vertel waarom onze mooie vlecke is vernoemd, verneem ik, dat dat oude verhaal eigenlijk een nieuwtje is , dat was het overigens ook voor mij hoor, Dus Makkum was is de middeleeuwen de Poort naar de Zuiderzee en was een belangrijk handelscentrum met een strategische positie. En zoals ik heb begrepen stookten de kalkovens volop en werd de opbrengst naar Amsterdam vervoer. Om daar vervolgens huizen van te bouwen.” Daaruit trek ik de conclusie, dat Makkum een hele grote bijdrage heeft geleverd aan de opbouw van onze hoofdstad. U begrijpt, dat ik nu nog een tikkie trotser ben!"

We staan hier nu in het Posthûs. Deze locatie is niet zomaar een mogelijke locatie, maar is strategisch uitgezocht. Aan de andere kant van het dorp stonden de kalkovens en per schip werd de vracht vervoerd. Hier was in die tijd nog geen plein, maar water en Makkum bezat maar liefst twee sluizen. En precies op deze plek, waar nu het Posthûs staat bevond zich de tweede sluis waardoor de vracht via de Zuiderzee naar hun bestemming kon varen. Later is de sluis gesloten, het water gedempt en ontstond dit Plein en dit prachtige statige gebouw.

Durkje vertelt verder.

Om mij voor te bereiden had ik even gekeken op de site van Defensie, maar ook ontdekte ik een facebookpagina. Die zou ik even liken, maar ja, ik moest eerst goedgekeurd worden. Dat duurde gelukkig niet zo lang, ze zullen wel gedacht hebben, een Makkumer, goed volk…… Ondertussen had ik deze locatie geregeld bij de eigenaar Alwin Kalt en ook aan onze vriend, de Makkumer hovenier Sibo Hiemstra vertelde ik enthousiast het hele verhaal van de bel.
Het toeval bestond, dat op hetzelfde moment dat ik lid werd van de facebookpagina ‘Zijner Majesteits Makkum’ een tegeltje door ene meneer Cornelissen werd aangeboden. Z ijn vader werkte bij de Koninklijke Marine en was verantwoordelijk voor het realiseren van de mijnenjager. Het tegeltje was Makkumer aardewerk en was ooit gemaakt voor de doop in 1985. Men kon op het tegeltje bieden en ik vond dat het wel een plekje verdiende op mijn wand met foto’s en rariteiten. Maar ja, meer mensen reageerden op zijn tegeltje en al snel stond er verkocht bij het bericht.

Nou jullie snappen wel, dat was balen, echt balen. Met mijn vrienden Alwin van het Posthùs en Sibo de tuinman besprak ik de hele toestand. Ook Otto vond het jammer, want die zag het ook wel zitten om het tegeltje in zijn Waaggebouw te bewaren`. Vooral ook omdat we zo bezig waren met de bel en het schip. En ze spoorden me aan om uit te zoeken waar dat tegeltje dan was beland. Zo gezegd, zo gedaan. Maar de eigenaar van het tegeltje vertelde alleen dat het in Makkum was beland, maar niet waar precies. Ik probeerde het via via en de mannen gaven me allerlei advies, maar ik kreeg geen antwoord op de vraag wie of waar het tegeltje was.

Totdat het tegeltje op een dag zomaar in mijn skearwinkel stond. Een mysterie. Twee weken heb ik speurwerk verricht om erachter te komen, hoe dat tegeltje zo plotseling in mijn kapsalon kwam. Ik had de bel horen luiden, maar wist niet waar de klepel hing. Al die tijd kreeg ik aanwijzingen en tips, maar had nooit in de gaten gehad, dat Alwin en Sibo het tegeltje voor mijn neus weggekaapt hadden. Gelukkig was het bestemd voor de wand in de skearwinkel!

Voor jullie staat een hele trotse Makkumer, Trots op Makkum, trots dat ‘Zijner Majesteits De Makkum’ aan mijn mooie wand in de skearwinkel zal gaan hangen en trots dat de bel straks bij Otto in de Waag zal gaan hangen!

En als de bel retour gaat, dan hopen we dat wat grootser aan te pakken.

Burgemeester Jannewietske de Vries luidt De scheepsbel die in de Waag hangt.